Tijs van Steeg traint de jeugdbrandweer in Nijkerk: “We zijn een kweekvijver voor de toekomst”
Tijs van Steeg (20) traint de jeugdbrandweer in Nijkerk én studeert voor basisschoolmeester. Zijn geloof, kinderlijke energie en avontuurlijkheid vormen de rode draad in alles wat hij doet.
Terwijl brandweerkorpsen in Gelderland kampen met een tekort aan vrijwilligers, groeit in Nijkerk de jeugdbrandweer onder leiding van Tijs van Steeg. In een tijd waarin de brandweerorganisatie moeite heeft om voldoende vrijwilligers te vinden, is de jeugdbrandweer een kweekvijver voor toekomstige brandweerlieden. Tijs benadrukt: "Als een kind van elf of twaalf denkt: brandweer lijkt me vet, dan houden we ze vast. En dan kunnen ze later echt instromen."
Het is stil in de brandweerkazerne in Nijkerk. Geen sirenes, geen ploeg in actie – alleen Tijs van Steeg (20) is aanwezig. In de rust van de remise is hij in zijn element. Hier, tussen helmen, oefenpoppen en slangenwagens, komt zijn liefde voor structuur, avontuur en verantwoordelijkheid samen. Zijn leven beweegt zich tussen klaslokalen en brandweerwagens, met kinderen als de rode draad.
“Mijn docent heeft ooit gezegd: je moet elke dag een stukje huppelen,” zegt Tijs. Niet als grap, maar als levenshouding. “Ik doe bijna elke dag een klein huppeltje. Dat helpt me om licht te blijven, niet te serieus. En dat past gewoon bij me. Misschien ben ik zelf ook wel een beetje kinderlijk. Ik hou van avontuur, van iets doen, van in beweging blijven.”
Zoektocht naar avontuur
Dat speelse, nieuwsgierige in hem loopt als een lijn door zijn keuzes. Hij begon ooit op pianoles – maar dat was het niet. Scouting leek leuker: bouwen, vuur maken. Maar dat viel tegen. Pas bij de jeugdbrandweer vond hij wat hij zocht. “Toen ik daar kwam kijken, was ik meteen verkocht.” Niet alleen vanwege de actie, maar ook vanwege het avontuurlijke en de verantwoordelijkheid.
Op zijn veertiende stapte hij in. Nu, zes jaar later, is hij officieel assistent-jeugdleider. En hoewel hij te oud is om zelf nog lid te zijn, is hij nog lang niet klaar met de jeugdbrandweer. “In de praktijk regel ik alles. Oefenlocaties, scenario’s, materialen. Elke woensdagavond oefenen we. En als er een open dag of wedstrijd is, dan ben ik er ook in het weekend.”
Een oefening in verantwoordelijkheid
Die scenario’s zijn allesbehalve kinderspel. “We hebben een aanhanger met oefenmateriaal: een border met vlammen, een knetterkast die licht en geluid geeft, neprook, poppen. Daarmee bootsen we een brand na. Dan moeten de kinderen volgens de procedure blussen. Zo leren ze het echt.” Oefenlocaties vinden is soms een uitdaging. “We zijn best lomp,” zegt hij met een grijns. “Een elektronica-winkel wordt lastig. Maar een magazijn is perfect. En als we niets weten, bellen we gewoon de eigenaar van een pand.”
Voor Tijs is de jeugdbrandweer meer dan een hobby: het is een plek waar jonge mensen mogen ontdekken wat ze kunnen. “Het is eigenlijk een kweekvijver. Als kinderen van elf of twaalf zeggen: brandweer lijkt me vet – dan hou je ze vast. En dan kunnen ze later echt doorstromen.” In Nijkerk lukt dat goed. Twee ploegen, bijna altijd vol. “Onze nieuwste ploeg is nog maar net begonnen, maar bij de eerste wedstrijd werden ze al derde van de regio. We hadden dat nooit verwacht.”
Leuk speelgoed
Tijs kent elk voertuig in de kazerne van binnen en van buiten. Zijn ogen lichten op als hij vertelt over ‘zijn’ wagens. “Deze wagen is mijn favoriet. Net nieuw, helemaal ingericht op natuurbrand, met een waterkanon en sprinklers onderop. Echt een bakbeest.” Over het hulpverleningsvoertuig zegt hij: “Die gebruik je bij grote ongevallen. Er zit zwaar gereedschap in, een hijskraan. Dan kun je auto’s openknippen of vrachtwagens verplaatsen.” En de slangenwagen? “Oud, maar goud. Die gebruik je als je veel water nodig hebt.”
“Het is serieus werk hoor,” zegt hij. “Maar het is ook gewoon leuk speelgoed.”
In het diepe gegooid
Toch ligt zijn toekomst niet volledig in de kazerne. Zijn andere passie ligt op school – voor de klas. “In 4 havo bleef ik zitten door corona. Online les werkte niet voor mij. Mijn mentor zei: ‘Je gaat het niet halen, dus ga kijken wat je wél leuk vindt.’” Die woorden stuurden hem richting een meester uit zijn kerk. Daar liep hij stage. “Op een dag zei die meester: ‘Jij neemt vandaag groep 6.’ En het werkte. Ze luisterden. Ze gingen aan het werk. Toen wist ik: dit is wat ik wil doen.”
Het was niet alleen het lesgeven, maar ook het opbouwen van een band met kinderen wat hem raakte. “Als je een tijdje meeloopt, gaan kinderen je vertrouwen. Dat merk je. En dat is zó waardevol. Dan weet je: ik ben een veilige plek voor hen.” Die ervaring herhaalt zich elke keer weer – op school, in de kerk, bij de jeugdbrandweer.
Geloof als houvast
Zijn hele leven draait om kinderen. “Jeugdbrandweer, pabo, zondagschool, club – ik krijg er echt energie van. Die vrolijkheid werkt aanstekelijk. En ik denk dat ik ook nog een beetje kind ben, op een goede manier. Dat helpt juist om aansluiting te vinden.”
Ook zijn geloof speelt een grote rol. “Ik ben gelovig opgevoed en heb twee jaar geleden belijdenis gedaan. Voor mij is dat een antwoord op de doop: God zegt ‘Ik wil jouw Vader zijn’, en jij zegt dan ‘Ik wil jouw kind zijn’. Daarna mocht ik voor het eerst avondmaal doen. Dat vond ik echt bijzonder.”
Een duidelijke toekomst
Zijn toekomstbeeld is helder: meester worden, en daarnaast actief blijven bij de vrijwillige brandweer. “Maar dan moet je wel kijken wat praktisch haalbaar is. Als ik voor de klas sta, ben ik niet altijd oproepbaar. Dus ik hoop beschikbaar te zijn buiten lestijden, bijvoorbeeld na school of op vrije momenten.”
Nijkerk is de plek waar hij dat leven het liefst vorm wil geven. “Hier woont mijn familie, hier wonen mijn vrienden. Als ik in het centrum loop, kom ik altijd wel iemand tegen. Ik ben actief in de kerk, bij de brandweer… alles zit hier. Dit is mijn thuis.”
Tijs is twintig, maar zijn keuzes zijn doordacht. Hij huppelt elke dag een klein stukje – letterlijk – maar alles in zijn leven wijst vooruit. Met zijn kinderlijke nieuwsgierigheid, zijn zorgzame karakter en zijn aanstekelijke enthousiasme, bouwt hij aan een toekomst waarin hij kinderen wil helpen groeien, én klaar wil staan als het nodig is. Met krijtje in de ene hand en een waterslang in de andere.